HET RAADSEL VAN DE GRAANCIRKELS
Feiten, Analysen, Hypothesen
Auteur: Eltjo H. Haselhoff
Ankh-Hermes 1998
ISBN 90-202-8162-3
Bibliotheek nr. 909 hase
Tekst op de achterkant van het boek:
Sinds
het eind van de jaren zeventig zijn er inmiddels wereldwijd zevenduizend
graancirkels gerapporteerd. Ook in Nederland zijn de laatste jaren honderden
formaties aangetroffen. Een breed scala aan merkwaardige gebeurtenissen
doet zich voor in en om de graancirkels, variërend van storingen
aan elektronische apparatuur tot spontane genezingen.
In dit vlot geschreven, populair-wetenschappelijke boek wordt het graancirkelfenomeen
uitvoerig behandeld, en worden alle feiten op een rijtje gezet en geanalyseerd.
Het bevat een historisch overzicht van graancirkels in Engeland en Nederland,
geïllustreerd met vele tientallen afbeeldingen en kleurenfoto’s,
en gaat uitvoerig in op de bevindingen die in de loop der jaren door
wetenschappers zijn gedaan, zoals de tot nu toe onbegrepen biologische
afwijkingen aan het gewas. Ook bijkomende aspecten, zoals reacties van
mensen, de rol van de media en door mensen gemaakte graancirkels komen
uitvoerig aan de orde. Zowel de bevindingen van graancirkelexperts alsook
de verklaringen van sceptici worden kritisch onder de loep genomen.
Uit de uitgebreide analyses blijkt dat het graancirkelfenomeen lang
niet zo simpel te verklaren is als veel mensen denken, en dat er waarschijnlijk
veel meer aan de hand is dan doorgaans wordt gedacht.
Een klein stukje uit het boek over een muis:
De
muis
Het nu volgende verhaal is dermate ongeloofwaardig, dat ik door het
te vermelden wellicht mijn reputatie als serieuze wetenschapper op het
spel zet. Het is echter ook dermate humoristisch, dat het niet onvermeld
mag blijven. Het is het Verhaal van de Muis. Ik had proefmonsters
genomen van een formatie in Melick, Limburg, een totaal van zo’n
vijftien bosjes van twintig stengels. Ieder bosje was samengebonden,
met een etiketje eraan waarop de bijbehorende positie in de formatie
vermeld was. Bovendien had ik controlemonsters genomen, ver buiten de
formatie. Ook deze waren samengebonden in een bos van twintig halmen.
Alle bossen samen had ik ook weer gebundeld in een groot boeket met
een touw eromheen, en het etiketje “Melick 1997”. Door gebrek
aan tijd verdween deze bos al snel in de garage. Een paar weken later
haalde ik de graanbundel weer te voorschijn, om er zaadjes uit te halen
voor wat simpele kiemproeven. Ik haalde het touw om de grote bundel
los, en legde alle gebundelde bosjes naast elkaar op tafel. Eén
voor één maakte ik deze bundeltjes met korenhalmen ook
los, en uit iedere aar haalde ik een zaadje. Toen ik tenslotte het controlemonster
pakte, mislukte de kiemproef spontaan, nog vóórdat ik
de zaadjes maar in de kweekbakjes had kunnen stoppen. Tot mijn ontsteltenis
bleek namelijk, dat bij het controlemonster alle halmen van de stengels
waren verdwenen. Er was er niet één meer over! Ik
stond enige seconden voor een raadsel, totdat ik me realiseerde dat
ik enige dagen tevoren een muis in de garage had zien rondlopen. Onder
de tafel waar de bundel met halmen had gelegen, vond ik inderdaad een
grote hoeveelheid kaf van het koren en muizenkeutels. Ik realiseerde
me, dat de muis met zijn neus in de graanbundel had moeten zitten wroeten,
en alleen de controle-aren had opgegeten. Maar de halmen die uit de
graancirkel kwamen had hij niet aangeraakt! Ik moest denken aan een
experiment, dat begin jaren negentig in Engeland werd uitgevoerd. Van
graankorrels uit een graancirkel en van een even grote hoeveelheid graankorrels
van buiten de formatie werden op identieke wijze, tegelijkertijd, twee
broden gebakken. Het gewone brood smaakte prima, maar het graancirkelbrood
bleek een vieze, scherpe nasmaak te hebben. Aangezien een muis een veel
beter ontwikkeld reukorgaan heeft dan een mens, kon ik mij best voorstellen
dat de muis in mijn garage al zou kunnen ruiken dat de graankorrels
uit de formatie niet lekker zouden smaken. Uiteraard ging ik naderhand
weer twijfelen. Had de bundel graan misschien zó gelegen dat
de muis net wel bij die ene bos kon komen en niet bij de andere bossen?
Ik heb het natuurlijk niet van te voren gecontroleerd. Wel toevallig,
dat het dan nét die ene bos met controlemonsters was, en niet
één van de ruim vijftien andere bossen. Bovendien zaten
ze toch echt allemaal bij elkaar in een grote bundel gebonden. Ik zal
het wel nooit helemaal zeker weten, maar een mooi verhaal is het wel.
En de muis heeft me beslist op een idee gebracht voor een interessant
experiment, dat de moeite van het herhalen waard is!
Zie ook het artikel GRAANCIRKELS
MENSENWERK?
op de pagina: "GRAANCIRKELS," waaruit het hieronderstaande
citaat komt;
'Ik voer geen exotische experimenten uit, maar triviale experimentele
fysica,' aldus Dr. Haselhoff, 'en de resultaten zijn klaterhelder: er
is hier iets heel merkwaardigs aan de hand. Niemand kan dat ontkennen.
Iedereen die het tegendeel beweert, heeft duidelijk geen benul waar
hij over praat'.
BOEKEN